Marius van Houten, het Marechausseemuseum en de Stichting Museum der Koninklijke Marechaussee
Toen in mei 1913 de 33-jarige eerste-luitenant van de artillerie Marius van Houten zijn overstap maakte naar het Wapen der Koninklijke Marechaussee, konden weinigen bevroeden tot wat voor markant en bekwaam marechausseeofficier hij zou uitgroeien. Vooral op het gebied van de opsporing en de internationale politiesamenwerking zou hij zijn sporen verdienen.
Toch is voor het Marechausseemuseum en de Stichting Museum der Koninklijke Marechaussee zijn interesse in geschiedenis en in het bijzonder die van de gendarmerie van meer belang. Zijn grote belangstelling voor de historie, die al tijdens zijn vroege officierschap blijkt, richt zich in de jaren twintig van de vorige eeuw meer en meer op de oorsprong van het Wapen der Koninklijke Marechaussee.
In het verlengde van de opdracht van de Inspecteur van het Wapen der Koninklijke Marechaussee (IKM) om de juiste oprichtingsdatum van het korps te achterhalen, begon Van Houten zich eind jaren twintig sterk te maken om zoveel mogelijk spullen te bewaren en bijeen te brengen die de geschiedenis van de Marechaussee konden illustreren.
In 1929 had hij al een substantiële verzameling aangelegd en ging hij zich meer en meer beijveren om een Marechausseemuseum op te richten. Op 31 oktober 1936 was het zover en opende IKM J. Kappelhoff, bij de commando-overdracht aan kolonel Van Selm, het ‘Historisch Museum der Koninklijke Marechaussee’ aan de Zwolseweg te Apeldoorn waar het dêpot van de Koninklijke Marechaussee gevestigd was. Van Houten was daarbij aanwezig. Op diezelfde dag verliet ook hij de actieve dienst in de rang van kolonel.
Aangezien niet duidelijk is bij wie de eigendom van de collectie feitelijk berustte, werd op 7 december 1937 de akte voor de oprichting van de particuliere stichting ‘Historisch Museum der Koninklijke Marechaussee’ gepasseerd. Het doel van de stichting was het bijeenbrengen en bewaren van voorwerpen, kleding, uitrustingstukken, boeken en documenten, betrekking hebbende op het Wapen der Koninklijke Marechaussee en haar geschiedenis. Het bestuur van de stichting moet worden gezien in het tijdsgewricht van de oprichting: het bestond uit niet meer dan drie bestuurders en de voorzitter was, qualitate qua, de Inspecteur van de Koninklijke Marechaussee.
Tot het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw, bemoeide de Commandant van de Koninklijke Marechaussee zich, in zijn functie van voorzitter van de stichting, inhoudelijk niet of nauwelijks met de collectie en de organisatie van het museum. In de daaropvolgende jaren bleef de commandant weliswaar op de achtergrond, maar nam zijn invloed enigszins toe. Tegenwoordig is de Commandant van de Koninklijke Marechaussee om verschillende redenen geen voorzitter meer.
In de afgelopen veertig jaar volgden de ontwikkelingen rondom het sinds 1972 in het voormalig Koninklijk Weeshuis in Buren gevestigde Marechausseemuseum zich in rap tempo op. De collectie groeide gestaag en de vrijwilligersorganisatie werd aangevuld met een aantal betaalde krachten. Het museum kreeg subsidie van onder andere de Koninklijke Marechaussee om de exploitatiekosten te kunnen betalen.Het museum kreeg verder een ruimere openstelling en door de inspanningen van de toenmalige directeur in 2005 de status van ‘erkend museum’.
In de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw breidde de collectie gestaag uit. Ook voorwerpen en documenten die in bredere zin aan de geschiedenis van de Nederlandse politie zijn gerelateerd werden verzameld. Vanaf die tijd omvat de collectie het erfgoed van de Koninklijke Marechaussee, het Korps Politietroepen, al die korpsen die op grond van hun historie dan wel taakstelling in enig verband staan of hebben gestaan tot de Koninklijke Marechaussee en een belangrijk deel van het erfgoed van de Nederlandse politie (Rijksveldwacht, Gemeenteveldwacht en Rijks- en Gemeentepolitie, waarmee de Koninklijke Marechaussee nauw samenwerkte), alsook een deel van het erfgoed van de gendarmeriefamilie (buitenlandse korpsen).
In diezelfde periode werd de doelstelling van het museum verbreed: naast het verder uitbreiden van de collectie werden de instandhouding van het museum, het bevorderen van de studie naar de geschiedenis van de Koninklijke Marechaussee en het (doen) uitgeven van publicaties hierover toegevoegd.
In 1969 wijzigde de naam van de ‘Stichting Historisch Museum der Koninklijke Marechaussee’ formeel in ‘Stichting Museum der Koninklijke Marechaussee’ (SMK).
Sinds 2014 maakt het Marechausseemuseum deel uit van de Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD) en heeft de SMK een deel van haar collectie voor een periode van tien jaar in bruikleen gegeven aan de SKD.
Om het beheer van het museum/erfgoed financieel na zijn dood mogelijk te maken, hebben M.C. van Houten en zijn echtgenote hiertoe een legaat ondergebracht in de Stichting Van Houten. Het legaat is onvoldoende groot om het Marechausseemuseum zelfstandig en buiten de KSD gedurende een lange periode voort te zetten.
Voor een meer uitgebreide beschrijving over van Houten: zie website Stichting van Houten of de door Jos Smeets geschreven biografie (Smeets, Marius van Houten: marechaussee en diplomaat, Boom Uitgeverij Amsterdam, 2011).